Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate kampen

Synonyms for "kampen" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

kampen:
- vechten; strijden; kampen; strijd voeren; bakkeleien; knokken; duelleren; matten
kamp:
- kamp; legering; kampement; legerkamp; gevecht; worsteling; strijd; tweegevecht; duel; tweekamp; vakantiekamp
- kamp

Dutch

Detailed Synonyms for kampen in Dutch

kampen:

kampen verbe (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)

kampen
vechten; strijden; kampen; strijd voeren
- vechten verbe (vecht, vocht, vochten, gevochten)
- strijden verbe (strijd, strijdt, streed, streden, gestreden)
- kampen verbe (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
- strijd voeren verbe
kampen
vechten; bakkeleien; knokken; duelleren; kampen; matten
- vechten verbe (vecht, vocht, vochten, gevochten)
- bakkeleien verbe (bakkelei, bakkeleit, bakkeleide, bakkeleiden, gebakkeleid)
- knokken verbe (knok, knokt, knokte, knokten, geknokt)
- duelleren verbe (duelleer, duelleert, duelleerde, duelleerden, geduelleerd)
- kampen verbe (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
- matten verbe (mat, matte, matten, gemat)

Conjugations for kampen:

o.t.t.

kamp
kampt
kampt
kampen
kampen
kampen

o.v.t.

kampte
kampte
kampte
kampten
kampten
kampten

v.t.t.

heb gekampt
hebt gekampt
heeft gekampt
hebben gekampt
hebben gekampt
hebben gekampt

v.v.t.

had gekampt
had gekampt
had gekampt
hadden gekampt
hadden gekampt
hadden gekampt

o.t.t.t.

zal kampen
zult kampen
zal kampen
zullen kampen
zullen kampen
zullen kampen

o.v.t.t.

zou kampen
zou kampen
zou kampen
zouden kampen
zouden kampen
zouden kampen

diversen

kamp!
kampt!
gekampt
kampend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "kampen":

kamp

kampen form of kamp:

kamp [de ~ (m)] nom

de kamp
de kamp; de legering; het kampement; het legerkamp
- kamp [de ~ (m)] nom
- legering [de ~ (v)] nom
- kampement [het ~] nom
- legerkamp [het ~] nom
de kamp
de kamp; het gevecht; de worsteling; de strijd
- kamp [de ~ (m)] nom
- gevecht [het ~] nom
- worsteling [de ~ (v)] nom
- strijd [de ~ (m)] nom
de kamp
het tweegevecht; het duel; de tweekamp; de kamp
- tweegevecht [het ~] nom
- duel [het ~] nom
- tweekamp [de ~ (m)] nom
- kamp [de ~ (m)] nom
de kamp
het vakantiekamp; de kamp
- vakantiekamp [het ~] nom
- kamp [de ~ (m)] nom

kamp [het ~] nom

het kamp

– groep tenten, woonwagens of gebouwen ¹
het kamp
– groep tenten, woonwagens of gebouwen ¹
- kamp [het ~] nom
  - deze vluchtelingen zitten in een kamp¹

Related Words for "kamp":

kampen

Related Definitions for "kamp":

groep tenten, woonwagens of gebouwen¹
- deze vluchtelingen zitten in een kamp¹

¹Muiswerk Woordenboek