Dutch

Detailed Synonyms for nastreven in Dutch

nastreven:

nastreven verbe (streef na, streeft na, streefde na, streefden na, nagestreefd)

  1. nastreven
    nastreven; vervolgen; najagen; trachten te verkrijgen
    • nastreven verbe (streef na, streeft na, streefde na, streefden na, nagestreefd)
    • vervolgen verbe (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
    • najagen verbe (jaag na, jaagt na, joeg na, joegen na, nagejaagd)

Conjugations for nastreven:

o.t.t.
  1. streef na
  2. streeft na
  3. streeft na
  4. streven na
  5. streven na
  6. streven na
o.v.t.
  1. streefde na
  2. streefde na
  3. streefde na
  4. streefden na
  5. streefden na
  6. streefden na
v.t.t.
  1. heb nagestreefd
  2. hebt nagestreefd
  3. heeft nagestreefd
  4. hebben nagestreefd
  5. hebben nagestreefd
  6. hebben nagestreefd
v.v.t.
  1. had nagestreefd
  2. had nagestreefd
  3. had nagestreefd
  4. hadden nagestreefd
  5. hadden nagestreefd
  6. hadden nagestreefd
o.t.t.t.
  1. zal nastreven
  2. zult nastreven
  3. zal nastreven
  4. zullen nastreven
  5. zullen nastreven
  6. zullen nastreven
o.v.t.t.
  1. zou nastreven
  2. zou nastreven
  3. zou nastreven
  4. zouden nastreven
  5. zouden nastreven
  6. zouden nastreven
diversen
  1. streef na!
  2. streeft na!
  3. nagestreefd
  4. nastrevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

nastreven [znw.] nom

  1. nastreven
    nastreven; najagen