Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate notuleren

Synonyms for "notuleren" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. notuleren:

Dutch

Detailed Synonyms for notuleren in Dutch

notuleren:

notuleren verbe (notuleer, notuleert, notuleerde, notuleerden, genotuleerd)

  1. notuleren
    notuleren
    • notuleren verbe (notuleer, notuleert, notuleerde, notuleerden, genotuleerd)

Conjugations for notuleren:

o.t.t.
  1. notuleer
  2. notuleert
  3. notuleert
  4. notuleren
  5. notuleren
  6. notuleren
o.v.t.
  1. notuleerde
  2. notuleerde
  3. notuleerde
  4. notuleerden
  5. notuleerden
  6. notuleerden
v.t.t.
  1. heb genotuleerd
  2. hebt genotuleerd
  3. heeft genotuleerd
  4. hebben genotuleerd
  5. hebben genotuleerd
  6. hebben genotuleerd
v.v.t.
  1. had genotuleerd
  2. had genotuleerd
  3. had genotuleerd
  4. hadden genotuleerd
  5. hadden genotuleerd
  6. hadden genotuleerd
o.t.t.t.
  1. zal notuleren
  2. zult notuleren
  3. zal notuleren
  4. zullen notuleren
  5. zullen notuleren
  6. zullen notuleren
o.v.t.t.
  1. zou notuleren
  2. zou notuleren
  3. zou notuleren
  4. zouden notuleren
  5. zouden notuleren
  6. zouden notuleren
en verder
  3. is genotuleerd
  6. zijn genotuleerd
diversen
  1. notuleer!
  2. notuleert!
  5. genotuleerd
  6. notulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0372 seconds
Page rendered in 1.0 seconds