Dutch
Detailed Synonyms for onderuithalen in Dutch
onderuithalen:
onderuithalen verbe (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
-
onderuithalen
tekkelen; onderuithalen-
onderuithalen verbe (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
-
onderuithalen
neerslaan; onderuithalen; omslaan; vloeren-
onderuithalen verbe (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
Conjugations for onderuithalen:
o.t.t.
- haal onderuit
- haalt onderuit
- haalt onderuit
- halen onderuit
- halen onderuit
- halen onderuit
o.v.t.
- haalde onderuit
- haalde onderuit
- haalde onderuit
- haalden onderuit
- haalden onderuit
- haalden onderuit
v.t.t.
- heb onderuit gehaald
- hebt onderuit gehaald
- heeft onderuit gehaald
- hebben onderuit gehaald
- hebben onderuit gehaald
- hebben onderuit gehaald
v.v.t.
- had onderuit gehaald
- had onderuit gehaald
- had onderuit gehaald
- hadden onderuit gehaald
- hadden onderuit gehaald
- hadden onderuit gehaald
o.t.t.t.
- zal onderuithalen
- zult onderuithalen
- zal onderuithalen
- zullen onderuithalen
- zullen onderuithalen
- zullen onderuithalen
o.v.t.t.
- zou onderuithalen
- zou onderuithalen
- zou onderuithalen
- zouden onderuithalen
- zouden onderuithalen
- zouden onderuithalen
en verder
- ben onderuit gehaald
- bent onderuit gehaald
- is onderuit gehaald
- zijn onderuit gehaald
- zijn onderuit gehaald
- zijn onderuit gehaald
diversen
- haal onderuit!
- haalt onderuit!
- onderuit gehaald
- onderuit halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
onderuithalen