Dutch

Detailed Synonyms for onderwijzen in Dutch

onderwijzen:

onderwijzen verbe (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)

  1. onderwijzen
    onderwijzen; leren; bijbrengen
    • onderwijzen verbe (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • leren verbe (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
    • bijbrengen verbe (breng bij, brengt bij, bracht bij, brachten bij, bijgebracht)
  2. onderwijzen
    onderwijzen; leren
    • onderwijzen verbe (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • leren verbe (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
  3. onderwijzen
    onderwijzen; bijbrengen; doceren; onderrichten
    • onderwijzen verbe (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • bijbrengen verbe (breng bij, brengt bij, bracht bij, brachten bij, bijgebracht)
    • doceren verbe (doceer, doceert, doceerde, doceerden, gedoceerd)
    • onderrichten verbe (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)

Conjugations for onderwijzen:

o.t.t.
  1. onderwijs
  2. onderwijst
  3. onderwijst
  4. onderwijzen
  5. onderwijzen
  6. onderwijzen
o.v.t.
  1. onderwees
  2. onderwees
  3. onderwees
  4. onderwezen
  5. onderwezen
  6. onderwezen
v.t.t.
  1. heb onderwezen
  2. hebt onderwezen
  3. heeft onderwezen
  4. hebben onderwezen
  5. hebben onderwezen
  6. hebben onderwezen
v.v.t.
  1. had onderwezen
  2. had onderwezen
  3. had onderwezen
  4. hadden onderwezen
  5. hadden onderwezen
  6. hadden onderwezen
o.t.t.t.
  1. zal onderwijzen
  2. zult onderwijzen
  3. zal onderwijzen
  4. zullen onderwijzen
  5. zullen onderwijzen
  6. zullen onderwijzen
o.v.t.t.
  1. zou onderwijzen
  2. zou onderwijzen
  3. zou onderwijzen
  4. zouden onderwijzen
  5. zouden onderwijzen
  6. zouden onderwijzen
en verder
  1. ben onderwezen
  2. bent onderwezen
  3. is onderwezen
  4. zijn onderwezen
  5. zijn onderwezen
  6. zijn onderwezen
diversen
  1. onderwijs!
  2. onderwijst!
  3. onderwezen
  4. onderwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "onderwijzen":


onderwijzen form of onderwijs:

onderwijs [het ~] nom

  1. het onderwijs
    het onderwijs; de scholing; de educatie
  2. het onderwijs
    de cursus; het onderwijs; de les; onderrichting; het onderricht
  3. het onderwijs
    het onderwijs; de les; de instructie; de lering; onderrichting; het onderricht
  4. het onderwijs
    het onderwijs
  5. het onderwijs
    – het anderen kennis bijbrengen, lesgeven 1
    het onderwijs
    – het anderen kennis bijbrengen, lesgeven 1
    • onderwijs [het ~] nom
      • op deze school krijg je onderwijs in technische vakken1

Related Words for "onderwijs":


Related Definitions for "onderwijs":

  1. het anderen kennis bijbrengen, lesgeven1
    • op deze school krijg je onderwijs in technische vakken1