Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate ontstellen

Synonyms for "ontstellen" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. ontstellen:

Dutch

Detailed Synonyms for ontstellen in Dutch

ontstellen:

ontstellen verbe (ontstel, ontstelt, ontstelde, ontstelden, ontsteld)

  1. ontstellen
    verontrusten; ontstellen
    • verontrusten verbe (verontrust, verontrustte, verontrustten, verontrust)
    • ontstellen verbe (ontstel, ontstelt, ontstelde, ontstelden, ontsteld)

Conjugations for ontstellen:

o.t.t.
  1. ontstel
  2. ontstelt
  3. ontstelt
  4. ontstellen
  5. ontstellen
  6. ontstellen
o.v.t.
  1. ontstelde
  2. ontstelde
  3. ontstelde
  4. ontstelden
  5. ontstelden
  6. ontstelden
v.t.t.
  1. ben ontsteld
  2. bent ontsteld
  3. is ontsteld
  4. zijn ontsteld
  5. zijn ontsteld
  6. zijn ontsteld
v.v.t.
  1. was ontsteld
  2. was ontsteld
  3. was ontsteld
  4. waren ontsteld
  5. waren ontsteld
  6. waren ontsteld
o.t.t.t.
  1. zal ontstellen
  2. zult ontstellen
  3. zal ontstellen
  4. zullen ontstellen
  5. zullen ontstellen
  6. zullen ontstellen
o.v.t.t.
  1. zou ontstellen
  2. zou ontstellen
  3. zou ontstellen
  4. zouden ontstellen
  5. zouden ontstellen
  6. zouden ontstellen
diversen
  1. ontstel!
  2. ontstelt!
  5. ontsteld
  6. ontstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0391 seconds
Page rendered in 1.0 seconds