Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. ontzet zijn:


Dutch

Detailed Synonyms for ontzet zijn in Dutch

ontzet zijn:

ontzet zijn verbe (ben ontzet, bent ontzet, is ontzet, was ontzet, waren ontzet, ontzet geweest)

  1. ontzet zijn
    ontzet zijn
    • ontzet zijn verbe (ben ontzet, bent ontzet, is ontzet, was ontzet, waren ontzet, ontzet geweest)

Conjugations for ontzet zijn:

o.t.t.
  1. ben ontzet
  2. bent ontzet
  3. is ontzet
  4. zijn ontzet
  5. zijn ontzet
  6. zijn ontzet
o.v.t.
  1. was ontzet
  2. was ontzet
  3. was ontzet
  4. waren ontzet
  5. waren ontzet
  6. waren ontzet
v.t.t.
  1. ben ontzet geweest
  2. bent ontzet geweest
  3. is ontzet geweest
  4. zijn ontzet geweest
  5. zijn ontzet geweest
  6. zijn ontzet geweest
v.v.t.
  1. was ontzet geweest
  2. was ontzet geweest
  3. was ontzet geweest
  4. waren ontzet geweest
  5. waren ontzet geweest
  6. waren ontzet geweest
o.t.t.t.
  1. zal ontzet zijn
  2. zult ontzet zijn
  3. zal ontzet zijn
  4. zullen ontzet zijn
  5. zullen ontzet zijn
  6. zullen ontzet zijn
o.v.t.t.
  1. zou ontzet zijn
  2. zou ontzet zijn
  3. zou ontzet zijn
  4. zouden ontzet zijn
  5. zouden ontzet zijn
  6. zouden ontzet zijn
diversen
  1. ben ontzet!
  2. weest ontzet!
  3. ontzet geweest
  4. ontzet zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for ontzet zijn