Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. opveren:


Dutch

Detailed Synonyms for opveren in Dutch

opveren:

opveren verbe (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)

  1. opveren
    veren; opveren
    • veren verbe (veer, veert, veerde, veerden, geveerd)
    • opveren verbe (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)
  2. opveren
    opveren
    • opveren verbe (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)

Conjugations for opveren:

o.t.t.
  1. veer op
  2. veert op
  3. veert op
  4. veren op
  5. veren op
  6. veren op
o.v.t.
  1. veerde op
  2. veerde op
  3. veerde op
  4. veerden op
  5. veerden op
  6. veerden op
v.t.t.
  1. ben opgeveerd
  2. bent opgeveerd
  3. is opgeveerd
  4. zijn opgeveerd
  5. zijn opgeveerd
  6. zijn opgeveerd
v.v.t.
  1. was opgeveerd
  2. was opgeveerd
  3. was opgeveerd
  4. waren opgeveerd
  5. waren opgeveerd
  6. waren opgeveerd
o.t.t.t.
  1. zal opveren
  2. zult opveren
  3. zal opveren
  4. zullen opveren
  5. zullen opveren
  6. zullen opveren
o.v.t.t.
  1. zou opveren
  2. zou opveren
  3. zou opveren
  4. zouden opveren
  5. zouden opveren
  6. zouden opveren
diversen
  1. veer op!
  2. veert op!
  3. opgeveerd
  4. opverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze