Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. opwrijven:


Dutch

Detailed Synonyms for opwrijven in Dutch

opwrijven:

opwrijven verbe (wrijf op, wrijft op, wreef op, wreven op, opgewreven)

  1. opwrijven
    wrijven; poetsen; oppoetsen; opblinken; opwrijven
    • wrijven verbe (wrijf, wrijft, wreef, wreven, gewreven)
    • poetsen verbe (poets, poetst, poetste, poetsten, gepoetst)
    • oppoetsen verbe (poets op, poetst op, poetste op, poetsten op, opgepoetst)
    • opblinken verbe (blink op, blinkt op, blonk op, blonken op, opgeblonken)
    • opwrijven verbe (wrijf op, wrijft op, wreef op, wreven op, opgewreven)

Conjugations for opwrijven:

o.t.t.
  1. wrijf op
  2. wrijft op
  3. wrijft op
  4. wrijven op
  5. wrijven op
  6. wrijven op
o.v.t.
  1. wreef op
  2. wreef op
  3. wreef op
  4. wreven op
  5. wreven op
  6. wreven op
v.t.t.
  1. heb opgewreven
  2. hebt opgewreven
  3. heeft opgewreven
  4. hebben opgewreven
  5. hebben opgewreven
  6. hebben opgewreven
v.v.t.
  1. had opgewreven
  2. had opgewreven
  3. had opgewreven
  4. hadden opgewreven
  5. hadden opgewreven
  6. hadden opgewreven
o.t.t.t.
  1. zal opwrijven
  2. zult opwrijven
  3. zal opwrijven
  4. zullen opwrijven
  5. zullen opwrijven
  6. zullen opwrijven
o.v.t.t.
  1. zou opwrijven
  2. zou opwrijven
  3. zou opwrijven
  4. zouden opwrijven
  5. zouden opwrijven
  6. zouden opwrijven
diversen
  1. wrijf op!
  2. wrijft op!
  3. opgewreven
  4. opwrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze