Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. pompen:
  2. pomp:


Dutch

Detailed Synonyms for pompen in Dutch

pompen:

pompen verbe (pomp, pompt, pompte, pompten, gepompt)

  1. pompen
    pompen
    • pompen verbe (pomp, pompt, pompte, pompten, gepompt)

Conjugations for pompen:

o.t.t.
  1. pomp
  2. pompt
  3. pompt
  4. pompen
  5. pompen
  6. pompen
o.v.t.
  1. pompte
  2. pompte
  3. pompte
  4. pompten
  5. pompten
  6. pompten
v.t.t.
  1. heb gepompt
  2. hebt gepompt
  3. heeft gepompt
  4. hebben gepompt
  5. hebben gepompt
  6. hebben gepompt
v.v.t.
  1. had gepompt
  2. had gepompt
  3. had gepompt
  4. hadden gepompt
  5. hadden gepompt
  6. hadden gepompt
o.t.t.t.
  1. zal pompen
  2. zult pompen
  3. zal pompen
  4. zullen pompen
  5. zullen pompen
  6. zullen pompen
o.v.t.t.
  1. zou pompen
  2. zou pompen
  3. zou pompen
  4. zouden pompen
  5. zouden pompen
  6. zouden pompen
diversen
  1. pomp!
  2. pompt!
  3. gepompt
  4. pompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "pompen":


pomp:

pomp [de ~] nom

  1. de pomp
    de pomp

Related Words for "pomp":