Dutch

Detailed Synonyms for roer in Dutch

roer:

roer [het ~] nom

  1. het roer
    het roer; stuurroer
  2. het roer
    – blad met stok eraan waardoor een boot bestuurd wordt 1
    het roer
    – blad met stok eraan waardoor een boot bestuurd wordt 1
    • roer [het ~] nom
      • hou het roer recht!1

Related Words for "roer":

  • roeren, roers, roertje, roertjes

Related Definitions for "roer":

  1. blad met stok eraan waardoor een boot bestuurd wordt1
    • hou het roer recht!1

roer form of roeren:

roeren verbe (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)

  1. roeren
    roeren; omroeren
    • roeren verbe (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • omroeren verbe (roer om, roert om, roerde om, roerden om, omgeroerd)
  2. roeren
    mixen; roeren
    • mixen verbe (mix, mixt, mixte, mixten, gemixt)
    • roeren verbe (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
  3. roeren
    disloqueren; verplaatsen; verschuiven; verleggen; verschikken; verzetten; roeren; vervoeren
    • disloqueren verbe (disloqueer, disloqueert, disloqueerde, disloqueerden, gedisloqueerd)
    • verplaatsen verbe (verplaats, verplaatst, verplaatste, verplaatsten, verplaatst)
    • verschuiven verbe (verschuif, verschuift, verschoof, verschoven, verschoven)
    • verleggen verbe (verleg, verlegt, verlegde, verlegden, verlegd)
    • verschikken verbe (verschik, verschikt, verschikte, verschikten, verschikt)
    • verzetten verbe (verzet, verzette, verzetten, verzet)
    • roeren verbe (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • vervoeren verbe (vervoer, vervoert, vervoerde, vervoerden, vervoerd)
  4. roeren
    roeren; beroeren
    • roeren verbe (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • beroeren verbe (beroer, beroert, beroerde, beroerden, beroerd)

Conjugations for roeren:

o.t.t.
  1. roer
  2. roert
  3. roert
  4. roeren
  5. roeren
  6. roeren
o.v.t.
  1. roerde
  2. roerde
  3. roerde
  4. roerden
  5. roerden
  6. roerden
v.t.t.
  1. ben geroerd
  2. bent geroerd
  3. is geroerd
  4. zijn geroerd
  5. zijn geroerd
  6. zijn geroerd
v.v.t.
  1. was geroerd
  2. was geroerd
  3. was geroerd
  4. waren geroerd
  5. waren geroerd
  6. waren geroerd
o.t.t.t.
  1. zal roeren
  2. zult roeren
  3. zal roeren
  4. zullen roeren
  5. zullen roeren
  6. zullen roeren
o.v.t.t.
  1. zou roeren
  2. zou roeren
  3. zou roeren
  4. zouden roeren
  5. zouden roeren
  6. zouden roeren
en verder
  1. heb geroerd
  2. hebt geroerd
  3. heeft geroerd
  4. hebben geroerd
  5. hebben geroerd
  6. hebben geroerd
diversen
  1. roer!
  2. roert!
  3. geroerd
  4. roerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "roeren":


Related Synonyms for roer