Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate slingeren

Synonyms for "slingeren" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. slingeren:
  2. slinger:

Dutch

Detailed Synonyms for slingeren in Dutch

slingeren:

slingeren verbe (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)

  1. slingeren
    schommelen; heen en weer zwaaien; slingeren; wiebelen; wiegen
    • schommelen verbe (schommel, schommelt, schommelde, schommelden, geschommeld)
    • slingeren verbe (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
    • wiebelen verbe (wiebel, wiebelt, wiebelde, wiebelden, gewiebeld)
    • wiegen verbe (wieg, wiegt, wiegde, wiegden, gewiegd)
  2. slingeren
    zwaaien; heen en weer zwaaien; slingeren; zwenken
    • zwaaien verbe (zwaai, zwaait, zwaaide, zwaaiden, gezwaaid)
    • slingeren verbe (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
    • zwenken verbe (zwenk, zwenkt, zwenkte, zwenkten, gezwenkt)
  3. slingeren
    gooien; slingeren
    • gooien verbe (gooi, gooit, gooide, gooiden, gegooid)
    • slingeren verbe (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
  4. slingeren
    bengelen; slingeren
    • bengelen verbe (bengel, bengelt, bengelde, bengelden, gebengeld)
    • slingeren verbe (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
  5. slingeren
    rondslingeren; slingeren

Conjugations for slingeren:

o.t.t.
  1. slinger
  2. slingert
  3. slingert
  4. slingeren
  5. slingeren
  6. slingeren
o.v.t.
  1. slingerde
  2. slingerde
  3. slingerde
  4. slingerden
  5. slingerden
  6. slingerden
v.t.t.
  1. heb geslingerd
  2. hebt geslingerd
  3. heeft geslingerd
  4. hebben geslingerd
  5. hebben geslingerd
  6. hebben geslingerd
v.v.t.
  1. had geslingerd
  2. had geslingerd
  3. had geslingerd
  4. hadden geslingerd
  5. hadden geslingerd
  6. hadden geslingerd
o.t.t.t.
  1. zal slingeren
  2. zult slingeren
  3. zal slingeren
  4. zullen slingeren
  5. zullen slingeren
  6. zullen slingeren
o.v.t.t.
  1. zou slingeren
  2. zou slingeren
  3. zou slingeren
  4. zouden slingeren
  5. zouden slingeren
  6. zouden slingeren
en verder
  1. ben geslingerd
  2. bent geslingerd
  3. is geslingerd
  4. zijn geslingerd
  5. zijn geslingerd
  6. zijn geslingerd
diversen
  1. slinger!
  2. slingert!
  5. geslingerd
  6. slingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "slingeren":


slingeren form of slinger:

slinger [de ~ (m)] nom

  1. de slinger
    de guirlande; de slinger; de bloemenslinger; bloemenfestoen
  2. de slinger
    de kruk; de slinger; de zwengel

Related Words for "slinger":

  • slingeren, slingers, slingertje, slingertjes

Related Synonyms for slingeren







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0413 seconds
Page rendered in 1.0 seconds