Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate steigeren

Synonyms for "steigeren" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

steigeren:
- steigeren; bokken; bokkig zijn; fel reageren
steiger:
- aanlegsteiger; steiger; ligplaats; aanlegplaats

Dutch

Detailed Synonyms for steigeren in Dutch

steigeren:

steigeren verbe (steiger, steigert, steigerde, steigerden, gesteigerd)

steigeren
steigeren; bokken; bokkig zijn
- steigeren verbe (steiger, steigert, steigerde, steigerden, gesteigerd)
- bokken verbe (bok, bokt, bokte, bokten, gebokt)
- bokkig zijn verbe (ben bokkig, bent bokkig, is bokkig, was bokkig, waren bokkig, bokkig geweest)
steigeren
steigeren; fel reageren
- steigeren verbe (steiger, steigert, steigerde, steigerden, gesteigerd)
- fel reageren verbe

Conjugations for steigeren:

o.t.t.

steiger
steigert
steigert
steigeren
steigeren
steigeren

o.v.t.

steigerde
steigerde
steigerde
steigerden
steigerden
steigerden

v.t.t.

heb gesteigerd
hebt gesteigerd
heeft gesteigerd
hebben gesteigerd
hebben gesteigerd
hebben gesteigerd

v.v.t.

had gesteigerd
had gesteigerd
had gesteigerd
hadden gesteigerd
hadden gesteigerd
hadden gesteigerd

o.t.t.t.

zal steigeren
zult steigeren
zal steigeren
zullen steigeren
zullen steigeren
zullen steigeren

o.v.t.t.

zou steigeren
zou steigeren
zou steigeren
zouden steigeren
zouden steigeren
zouden steigeren

en verder

ben gesteigerd
bent gesteigerd
is gesteigerd
zijn gesteigerd
zijn gesteigerd
zijn gesteigerd

diversen

steiger!
steigert!
gesteigerd
steigerend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "steigeren":

steiger

steiger:

steiger [de ~ (m)] nom

de steiger
de aanlegsteiger; de steiger; de ligplaats; de aanlegplaats
- aanlegsteiger [de ~ (m)] nom
- steiger [de ~ (m)] nom
- ligplaats [de ~] nom
- aanlegplaats [de ~] nom
de steiger
de steiger
- steiger [de ~ (m)] nom

Related Words for "steiger":

steigeren, steigers, steigertje, steigertjes