Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. stoom:
  2. stomen:


Dutch

Detailed Synonyms for stoom in Dutch

stoom:

stoom [de ~ (m)] nom

  1. de stoom
    de stoom
  2. de stoom
    – hete damp van kokend water 1
    de stoom
    – hete damp van kokend water 1
    • stoom [de ~ (m)] nom
      • het water kookt: er komt stoom af1

Related Words for "stoom":


Related Definitions for "stoom":

  1. hete damp van kokend water1
    • het water kookt: er komt stoom af1

stomen:

stomen verbe (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)

  1. stomen
    stomen; dampen; uitwasemen; wasemen
    • stomen verbe (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)
    • dampen verbe (damp, dampt, dampte, dampten, gedampt)
    • uitwasemen verbe (wasem uit, wasemt uit, wasemde uit, wasemden uit, uitgewasemd)
    • wasemen verbe (wasem, wasemt, wasemde, wasemden, gewasemd)

Conjugations for stomen:

o.t.t.
  1. stoom
  2. stoomt
  3. stoomt
  4. stomen
  5. stomen
  6. stomen
o.v.t.
  1. stoomde
  2. stoomde
  3. stoomde
  4. stoomden
  5. stoomden
  6. stoomden
v.t.t.
  1. ben gestoomd
  2. bent gestoomd
  3. is gestoomd
  4. zijn gestoomd
  5. zijn gestoomd
  6. zijn gestoomd
v.v.t.
  1. was gestoomd
  2. was gestoomd
  3. was gestoomd
  4. waren gestoomd
  5. waren gestoomd
  6. waren gestoomd
o.t.t.t.
  1. zal stomen
  2. zult stomen
  3. zal stomen
  4. zullen stomen
  5. zullen stomen
  6. zullen stomen
o.v.t.t.
  1. zou stomen
  2. zou stomen
  3. zou stomen
  4. zouden stomen
  5. zouden stomen
  6. zouden stomen
diversen
  1. stoom!
  2. stoomt!
  3. gestoomd
  4. stomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "stomen":