Summary


Dutch

Detailed Synonyms for uiteentrekken in Dutch

uiteentrekken:

uiteentrekken verbe

  1. uiteentrekken
    uit elkaar trekken; uit elkaar rukken; uiteentrekken
    • uit elkaar trekken verbe (trek uit elkaar, trekt uit elkaar, trok uit elkaar, trokken uit elkaar, uit elkaar getrokken)
    • uit elkaar rukken verbe (ruk uit elkaar, rukt uit elkaar, rukte uit elkaar, rukten uit elkaar, uit elkaar gerukt)