Summary


Dutch

Detailed Synonyms for uitjouwen in Dutch

uitjouwen:

uitjouwen verbe

  1. uitjouwen
    uitjouwen; joelen
  2. uitjouwen
    schelden; uitschelden; beledigen; uitjouwen; uitmaken voor
    • schelden verbe (scheld, scheldt, schold, scholden, gescholden)
    • uitschelden verbe (scheld uit, scheldt uit, schold uit, scholden uit, uitgescholden)
    • beledigen verbe (beledig, beledigt, beledigde, beledigden, beledigd)
    • uitjouwen verbe
    • uitmaken voor verbe (maak uit voor, maakt uit voor, maakte uit voor, maakten uit voor, uitgemaakt voor)