Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate uitslijpen

Synonyms for "uitslijpen" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. uitslijpen:

Dutch

Detailed Synonyms for uitslijpen in Dutch

uitslijpen:

uitslijpen verbe (slijp uit, slijpt uit, sleep uit, slepen uit, uitgeslepen)

  1. uitslijpen
    uitslijpen; wegslijpen
    • uitslijpen verbe (slijp uit, slijpt uit, sleep uit, slepen uit, uitgeslepen)
    • wegslijpen verbe (slijp weg, slijpt weg, sleep weg, slepen weg, weggeslepen)

Conjugations for uitslijpen:

o.t.t.
  1. slijp uit
  2. slijpt uit
  3. slijpt uit
  4. slijpen uit
  5. slijpen uit
  6. slijpen uit
o.v.t.
  1. sleep uit
  2. sleep uit
  3. sleep uit
  4. slepen uit
  5. slepen uit
  6. slepen uit
v.t.t.
  1. heb uitgeslepen
  2. hebt uitgeslepen
  3. heeft uitgeslepen
  4. hebben uitgeslepen
  5. hebben uitgeslepen
  6. hebben uitgeslepen
v.v.t.
  1. had uitgeslepen
  2. had uitgeslepen
  3. had uitgeslepen
  4. hadden uitgeslepen
  5. hadden uitgeslepen
  6. hadden uitgeslepen
o.t.t.t.
  1. zal uitslijpen
  2. zult uitslijpen
  3. zal uitslijpen
  4. zullen uitslijpen
  5. zullen uitslijpen
  6. zullen uitslijpen
o.v.t.t.
  1. zou uitslijpen
  2. zou uitslijpen
  3. zou uitslijpen
  4. zouden uitslijpen
  5. zouden uitslijpen
  6. zouden uitslijpen
en verder
  1. ben uitgeslepen
  2. bent uitgeslepen
  3. is uitgeslepen
  4. zijn uitgeslepen
  5. zijn uitgeslepen
  6. zijn uitgeslepen
diversen
  1. slijp uit!
  2. slijpt uit!
  5. uitgeslepen
  6. uitslijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0452 seconds
Page rendered in 1.0 seconds