Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. verrollen:


Dutch

Detailed Synonyms for verrollen in Dutch

verrollen:

verrollen verbe (verrol, verrolt, verrolde, verrolden, verrold)

  1. verrollen
    verrollen
    • verrollen verbe (verrol, verrolt, verrolde, verrolden, verrold)

Conjugations for verrollen:

o.t.t.
  1. verrol
  2. verrolt
  3. verrolt
  4. verrollen
  5. verrollen
  6. verrollen
o.v.t.
  1. verrolde
  2. verrolde
  3. verrolde
  4. verrolden
  5. verrolden
  6. verrolden
v.t.t.
  1. heb verrold
  2. hebt verrold
  3. heeft verrold
  4. hebben verrold
  5. hebben verrold
  6. hebben verrold
v.v.t.
  1. had verrold
  2. had verrold
  3. had verrold
  4. hadden verrold
  5. hadden verrold
  6. hadden verrold
o.t.t.t.
  1. zal verrollen
  2. zult verrollen
  3. zal verrollen
  4. zullen verrollen
  5. zullen verrollen
  6. zullen verrollen
o.v.t.t.
  1. zou verrollen
  2. zou verrollen
  3. zou verrollen
  4. zouden verrollen
  5. zouden verrollen
  6. zouden verrollen
diversen
  1. verrol!
  2. verrolt!
  3. verrold
  4. verrollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze