Dutch
Detailed Synonyms for verweekt in Dutch
verweekt:
verweken:
-
verweken
-
verweken
ontharden; week maken; verweken; zachtmaken; in de week zetten-
week maken verbe
-
in de week zetten verbe
-
verweken
Conjugations for verweken:
o.t.t.
- verweek
- verweekt
- verweekt
- verweken
- verweken
- verweken
o.v.t.
- verweekte
- verweekte
- verweekte
- verweekten
- verweekten
- verweekten
v.t.t.
- ben verweekt
- bent verweekt
- is verweekt
- zijn verweekt
- zijn verweekt
- zijn verweekt
v.v.t.
- was verweekt
- was verweekt
- was verweekt
- waren verweekt
- waren verweekt
- waren verweekt
o.t.t.t.
- zal verweken
- zult verweken
- zal verweken
- zullen verweken
- zullen verweken
- zullen verweken
o.v.t.t.
- zou verweken
- zou verweken
- zou verweken
- zouden verweken
- zouden verweken
- zouden verweken
diversen
- verweek!
- verweekt!
- verweekt
- verwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze