Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. verzwikken:


Dutch

Detailed Synonyms for verzwikken in Dutch

verzwikken:

verzwikken verbe (verzwik, verzwikt, verzwikte, verzwikten, verzwikt)

  1. verzwikken
    verstuiken; ontwrichten; zwikken; verzwikken
    • verstuiken verbe (verstuik, verstuikt, verstuikte, verstuikten, verstuikt)
    • ontwrichten verbe (ontwricht, ontwrichtte, ontwrichtten, ontwricht)
    • zwikken verbe (zwik, zwikt, zwikte, zwikten, gezwikt)
    • verzwikken verbe (verzwik, verzwikt, verzwikte, verzwikten, verzwikt)

Conjugations for verzwikken:

o.t.t.
  1. verzwik
  2. verzwikt
  3. verzwikt
  4. verzwikken
  5. verzwikken
  6. verzwikken
o.v.t.
  1. verzwikte
  2. verzwikte
  3. verzwikte
  4. verzwikten
  5. verzwikten
  6. verzwikten
v.t.t.
  1. heb verzwikt
  2. hebt verzwikt
  3. heeft verzwikt
  4. hebben verzwikt
  5. hebben verzwikt
  6. hebben verzwikt
v.v.t.
  1. had verzwikt
  2. had verzwikt
  3. had verzwikt
  4. hadden verzwikt
  5. hadden verzwikt
  6. hadden verzwikt
o.t.t.t.
  1. zal verzwikken
  2. zult verzwikken
  3. zal verzwikken
  4. zullen verzwikken
  5. zullen verzwikken
  6. zullen verzwikken
o.v.t.t.
  1. zou verzwikken
  2. zou verzwikken
  3. zou verzwikken
  4. zouden verzwikken
  5. zouden verzwikken
  6. zouden verzwikken
diversen
  1. verzwik!
  2. verzwikt!
  3. verzwikt
  4. verzwikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze