Dutch

Detailed Synonyms for voor elkaar krijgen in Dutch

voor elkaar krijgen:

voor elkaar krijgen verbe

  1. voor elkaar krijgen
    voor elkaar krijgen; klaarspelen; fiksen; flikken
    • klaarspelen verbe (speel klaar, speelt klaar, speelde klaar, speelden klaar, klaargespeeld)
    • fiksen verbe (fiks, fikst, fikste, fiksten, gefikst)
    • flikken verbe (flik, flikt, flikte, flikten, geflikt)
  2. voor elkaar krijgen
    voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen
    • bewerkstelligen verbe (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
    • klaarspelen verbe (speel klaar, speelt klaar, speelde klaar, speelden klaar, klaargespeeld)
    • bedingen verbe (beding, bedingt, bedong, bedongen, bedongen)
    • fixen verbe
    • lappen verbe (lap, lapt, lapte, lapten, gelapt)
  3. voor elkaar krijgen
    voor elkaar krijgen; fiksen; klaarspelen
  4. voor elkaar krijgen
    tot stand brengen; voor elkaar krijgen

Related Synonyms for voor elkaar krijgen