Dutch

Detailed Synonyms for voortjagen in Dutch

voortjagen:

voortjagen verbe (jaag voort, jaagt voort, joeg voort, joegen voort, voortgejaagd)

  1. voortjagen
    jachten; ophitsen; voortjagen; opjagen; opdrijven
    • jachten verbe (jacht, jachtte, jachtten, gejacht)
    • ophitsen verbe (hits op, hitst op, hitste op, hitsten op, opgehitst)
    • voortjagen verbe (jaag voort, jaagt voort, joeg voort, joegen voort, voortgejaagd)
    • opjagen verbe (jaag op, jaagt op, jaagde op, jaagden op, opgejaagd)
    • opdrijven verbe (drijf op, drijft op, dreef op, dreven op, opgedreven)
  2. voortjagen
    wegjagen; voortdrijven; voortjagen; aanzwiepen; opdrijven
    • wegjagen verbe (jaag weg, jaagt weg, joeg weg, joegen weg, weggejaagd)
    • voortdrijven verbe (drijf voort, drijft voort, dreef voort, dreven voort, voortgedreven)
    • voortjagen verbe (jaag voort, jaagt voort, joeg voort, joegen voort, voortgejaagd)
    • aanzwiepen verbe
    • opdrijven verbe (drijf op, drijft op, dreef op, dreven op, opgedreven)

Conjugations for voortjagen:

o.t.t.
  1. jaag voort
  2. jaagt voort
  3. jaagt voort
  4. jagen voort
  5. jagen voort
  6. jagen voort
o.v.t.
  1. joeg voort
  2. joeg voort
  3. joeg voort
  4. joegen voort
  5. joegen voort
  6. joegen voort
v.t.t.
  1. heb voortgejaagd
  2. hebt voortgejaagd
  3. heeft voortgejaagd
  4. hebben voortgejaagd
  5. hebben voortgejaagd
  6. hebben voortgejaagd
v.v.t.
  1. had voortgejaagd
  2. had voortgejaagd
  3. had voortgejaagd
  4. hadden voortgejaagd
  5. hadden voortgejaagd
  6. hadden voortgejaagd
o.t.t.t.
  1. zal voortjagen
  2. zult voortjagen
  3. zal voortjagen
  4. zullen voortjagen
  5. zullen voortjagen
  6. zullen voortjagen
o.v.t.t.
  1. zou voortjagen
  2. zou voortjagen
  3. zou voortjagen
  4. zouden voortjagen
  5. zouden voortjagen
  6. zouden voortjagen
diversen
  1. jaag voort!
  2. jaagt voort!
  3. voortgejaagd
  4. voortjagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze