Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. voortleven:


Dutch

Detailed Synonyms for voortleven in Dutch

voortleven:

voortleven [znw.] nom

  1. voortleven
    overleven; voortleven; het voortbestaan

voortleven verbe (leef voort, leeft voort, leefde voort, leefden voort, voortgeleefd)

  1. voortleven
    voortleven
    • voortleven verbe (leef voort, leeft voort, leefde voort, leefden voort, voortgeleefd)

Conjugations for voortleven:

o.t.t.
  1. leef voort
  2. leeft voort
  3. leeft voort
  4. leven voort
  5. leven voort
  6. leven voort
o.v.t.
  1. leefde voort
  2. leefde voort
  3. leefde voort
  4. leefden voort
  5. leefden voort
  6. leefden voort
v.t.t.
  1. ben voortgeleefd
  2. bent voortgeleefd
  3. is voortgeleefd
  4. zijn voortgeleefd
  5. zijn voortgeleefd
  6. zijn voortgeleefd
v.v.t.
  1. was voortgeleefd
  2. was voortgeleefd
  3. was voortgeleefd
  4. waren voortgeleefd
  5. waren voortgeleefd
  6. waren voortgeleefd
o.t.t.t.
  1. zal voortleven
  2. zult voortleven
  3. zal voortleven
  4. zullen voortleven
  5. zullen voortleven
  6. zullen voortleven
o.v.t.t.
  1. zou voortleven
  2. zou voortleven
  3. zou voortleven
  4. zouden voortleven
  5. zouden voortleven
  6. zouden voortleven
diversen
  1. leef voort!
  2. leeft voort!
  3. voortgeleefd
  4. voortlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze