Summary


Dutch

Detailed Synonyms for walmen in Dutch

walmen:

walmen verbe (walm, walmt, walmde, walmden, gewalmd)

  1. walmen
    walmen; walm afgeven
  2. walmen
    stinken; meuren; een luchtje hebben; rieken; walmen; geuren
    • stinken verbe (stink, stinkt, stonk, stonken, gestonken)
    • meuren verbe (meur, meurt, meurde, meurden, gemeurd)
    • rieken verbe (riek, riekt, riekte, riekten, geriekt)
    • walmen verbe (walm, walmt, walmde, walmden, gewalmd)
    • geuren verbe (geur, geurt, geurde, geurden, gegeurd)
    ruiken
    – een geur verspreiden 1
    • ruiken verbe (ruik, ruikt, rook, roken, geroken)
      • dat parfum ruikt heerlijk1

Conjugations for walmen:

o.t.t.
  1. walm
  2. walmt
  3. walmt
  4. walmen
  5. walmen
  6. walmen
o.v.t.
  1. walmde
  2. walmde
  3. walmde
  4. walmden
  5. walmden
  6. walmden
v.t.t.
  1. heb gewalmd
  2. hebt gewalmd
  3. heeft gewalmd
  4. hebben gewalmd
  5. hebben gewalmd
  6. hebben gewalmd
v.v.t.
  1. had gewalmd
  2. had gewalmd
  3. had gewalmd
  4. hadden gewalmd
  5. hadden gewalmd
  6. hadden gewalmd
o.t.t.t.
  1. zal walmen
  2. zult walmen
  3. zal walmen
  4. zullen walmen
  5. zullen walmen
  6. zullen walmen
o.v.t.t.
  1. zou walmen
  2. zou walmen
  3. zou walmen
  4. zouden walmen
  5. zouden walmen
  6. zouden walmen
diversen
  1. walm!
  2. walmt!
  3. gewalmd
  4. walmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "walmen":


walmen form of walm:

walm [de ~ (m)] nom

  1. de walm
    de damp; de walm
    • damp [de ~ (m)] nom
    • walm [de ~ (m)] nom
    de rook
    – grijswitte wolkjes die opstijgen als iets brandt 1
    • rook [de ~ (m)] nom
      • er kwam rook uit het brandende huis1

Related Words for "walm":