Dutch

Detailed Synonyms for weergalm in Dutch

weergalm:

weergalm [de ~ (m)] nom

  1. de weergalm
    de echo; de weerklank; geluidsweerkaatsing; de weergalm

Related Words for "weergalm":


weergalmen:

weergalmen verbe (weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)

  1. weergalmen
    resoneren; echoën; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen; weergalmen
    • resoneren verbe
    • echoën verbe (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • weerkaatsen verbe (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
    • weerklinken verbe (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
    • weerschallen verbe (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
    • galmen verbe (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
    • schallen verbe
    • weergalmen verbe (weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)

Conjugations for weergalmen:

o.t.t.
  1. weergalm
  2. weergalmt
  3. weergalmt
  4. weergalmen
  5. weergalmen
  6. weergalmen
o.v.t.
  1. weergalmde
  2. weergalmde
  3. weergalmde
  4. weergalmden
  5. weergalmden
  6. weergalmden
v.t.t.
  1. heb weergalmd
  2. hebt weergalmd
  3. heeft weergalmd
  4. hebben weergalmd
  5. hebben weergalmd
  6. hebben weergalmd
v.v.t.
  1. had weergalmd
  2. had weergalmd
  3. had weergalmd
  4. hadden weergalmd
  5. hadden weergalmd
  6. hadden weergalmd
o.t.t.t.
  1. zal weergalmen
  2. zult weergalmen
  3. zal weergalmen
  4. zullen weergalmen
  5. zullen weergalmen
  6. zullen weergalmen
o.v.t.t.
  1. zou weergalmen
  2. zou weergalmen
  3. zou weergalmen
  4. zouden weergalmen
  5. zouden weergalmen
  6. zouden weergalmen
diversen
  1. weergalm!
  2. weergalmt!
  3. weergalmd
  4. weergalmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "weergalmen":