Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanrandingen:
  2. aanranding:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanrandingen from Dutch to Swedish

aanrandingen:

aanrandingen [de ~] nom, pluriel

  1. de aanrandingen
    angrepp; överfall; attacker

Translation Matrix for aanrandingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
angrepp aanrandingen bestormingen; offensieven; stuwdruk
attacker aanrandingen bestormingen
överfall aanrandingen overval; roofoverval

Related Words for "aanrandingen":


aanrandingen form of aanranding:

aanranding [de ~ (v)] nom

  1. de aanranding

Translation Matrix for aanranding:

NounRelated TranslationsOther Translations
överträdelse aanranding aantasting; inbreuk; schending; schennis; verdragsschending

Related Words for "aanranding":


Wiktionary Translations for aanranding:


Cross Translation:
FromToVia
aanranding hot; attack; angrepp assault — a violent onset or attack