Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. activeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for activeren from Dutch to Swedish

activeren:

activeren verbe (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)

  1. activeren (stimuleren; aanmoedigen; opwekken; oppeppen; bezielen)
    aktivera; stimulera
    • aktivera verbe (aktiverar, aktiverade, aktiverat)
    • stimulera verbe (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
  2. activeren (verlevendigen; opwekken; tot leven wekken; reanimeren; opleven)
    återuppliva; återuppväcka; aktivera
    • återuppliva verbe (återupplivar, återupplivade, återupplivat)
    • återuppväcka verbe (återuppväcker, återuppväckte, återuppväckt)
    • aktivera verbe (aktiverar, aktiverade, aktiverat)
  3. activeren
  4. activeren
    aktivera
    • aktivera verbe (aktiverar, aktiverade, aktiverat)

Conjugations for activeren:

o.t.t.
  1. activeer
  2. activeert
  3. activeert
  4. activeren
  5. activeren
  6. activeren
o.v.t.
  1. activeerde
  2. activeerde
  3. activeerde
  4. activeerden
  5. activeerden
  6. activeerden
v.t.t.
  1. heb geactiveerd
  2. hebt geactiveerd
  3. heeft geactiveerd
  4. hebben geactiveerd
  5. hebben geactiveerd
  6. hebben geactiveerd
v.v.t.
  1. had geactiveerd
  2. had geactiveerd
  3. had geactiveerd
  4. hadden geactiveerd
  5. hadden geactiveerd
  6. hadden geactiveerd
o.t.t.t.
  1. zal activeren
  2. zult activeren
  3. zal activeren
  4. zullen activeren
  5. zullen activeren
  6. zullen activeren
o.v.t.t.
  1. zou activeren
  2. zou activeren
  3. zou activeren
  4. zouden activeren
  5. zouden activeren
  6. zouden activeren
diversen
  1. activeer!
  2. activeert!
  3. geactiveerd
  4. activerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for activeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
stimulera bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aktivera aanmoedigen; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen inschakelen
stimulera aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; animeren; bejubelen; bemoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; vooruitschoppen
utlösa aandoen; berokkenen; veroorzaken
återuppliva activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen herleven; hernieuwen; nieuw leven inblazen; opleven; weer krachtig worden
återuppväcka activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
utlösa activeren

Wiktionary Translations for activeren:


Cross Translation:
FromToVia
activeren aktivera activate — to put into action
activeren aktivera activer — Activer