Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. benieuwen:


Dutch

Detailed Translations for benieuwen from Dutch to Swedish

benieuwen:

benieuwen verbe (benieuw, benieuwt, benieuwde, benieuwden, benieuwd)

  1. benieuwen
    undra om
    • undra om verbe (undrar om, undrade om, undrat om)

Conjugations for benieuwen:

o.t.t.
  1. benieuw
  2. benieuwt
  3. benieuwt
  4. benieuwen
  5. benieuwen
  6. benieuwen
o.v.t.
  1. benieuwde
  2. benieuwde
  3. benieuwde
  4. benieuwden
  5. benieuwden
  6. benieuwden
v.t.t.
  1. ben benieuwd
  2. bent benieuwd
  3. is benieuwd
  4. zijn benieuwd
  5. zijn benieuwd
  6. zijn benieuwd
v.v.t.
  1. was benieuwd
  2. was benieuwd
  3. was benieuwd
  4. waren benieuwd
  5. waren benieuwd
  6. waren benieuwd
o.t.t.t.
  1. zal benieuwen
  2. zult benieuwen
  3. zal benieuwen
  4. zullen benieuwen
  5. zullen benieuwen
  6. zullen benieuwen
o.v.t.t.
  1. zou benieuwen
  2. zou benieuwen
  3. zou benieuwen
  4. zouden benieuwen
  5. zouden benieuwen
  6. zouden benieuwen
diversen
  1. benieuw!
  2. benieuwt!
  3. benieuwd
  4. benieuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for benieuwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
undra om benieuwen