Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bewegwijzeren:


Dutch

Detailed Translations for bewegwijzeren from Dutch to Swedish

bewegwijzeren:

bewegwijzeren verbe (bewegwijzer, bewegwijzert, bewegwijzerde, bewegwijzerden, bewegwijzerd)

  1. bewegwijzeren
    förse med vägvisare

Conjugations for bewegwijzeren:

o.t.t.
  1. bewegwijzer
  2. bewegwijzert
  3. bewegwijzert
  4. bewegwijzeren
  5. bewegwijzeren
  6. bewegwijzeren
o.v.t.
  1. bewegwijzerde
  2. bewegwijzerde
  3. bewegwijzerde
  4. bewegwijzerden
  5. bewegwijzerden
  6. bewegwijzerden
v.t.t.
  1. heb bewegwijzerd
  2. hebt bewegwijzerd
  3. heeft bewegwijzerd
  4. hebben bewegwijzerd
  5. hebben bewegwijzerd
  6. hebben bewegwijzerd
v.v.t.
  1. had bewegwijzerd
  2. had bewegwijzerd
  3. had bewegwijzerd
  4. hadden bewegwijzerd
  5. hadden bewegwijzerd
  6. hadden bewegwijzerd
o.t.t.t.
  1. zal bewegwijzeren
  2. zult bewegwijzeren
  3. zal bewegwijzeren
  4. zullen bewegwijzeren
  5. zullen bewegwijzeren
  6. zullen bewegwijzeren
o.v.t.t.
  1. zou bewegwijzeren
  2. zou bewegwijzeren
  3. zou bewegwijzeren
  4. zouden bewegwijzeren
  5. zouden bewegwijzeren
  6. zouden bewegwijzeren
diversen
  1. bewegwijzer!
  2. bewegwijzert!
  3. bewegwijzerd
  4. bewgwijzerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bewegwijzeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förse med vägvisare bewegwijzeren