Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. erbij halen:


Dutch

Detailed Translations for erbij halen from Dutch to Swedish

erbij halen:

erbij halen verbe (haal erbij, haalt erbij, haalde erbij, haalden erbij, erbij gehaald)

  1. erbij halen (erbij roepen)
    kalla över; ropa
    • kalla över verbe (kallar över, kallade över, kallat över)
    • ropa verbe (ropar, ropade, ropat)

Conjugations for erbij halen:

o.t.t.
  1. haal erbij
  2. haalt erbij
  3. haalt erbij
  4. halen erbij
  5. halen erbij
  6. halen erbij
o.v.t.
  1. haalde erbij
  2. haalde erbij
  3. haalde erbij
  4. haalden erbij
  5. haalden erbij
  6. haalden erbij
v.t.t.
  1. heb erbij gehaald
  2. hebt erbij gehaald
  3. heeft erbij gehaald
  4. hebben erbij gehaald
  5. hebben erbij gehaald
  6. hebben erbij gehaald
v.v.t.
  1. had erbij gehaald
  2. had erbij gehaald
  3. had erbij gehaald
  4. hadden erbij gehaald
  5. hadden erbij gehaald
  6. hadden erbij gehaald
o.t.t.t.
  1. zal erbij halen
  2. zult erbij halen
  3. zal erbij halen
  4. zullen erbij halen
  5. zullen erbij halen
  6. zullen erbij halen
o.v.t.t.
  1. zou erbij halen
  2. zou erbij halen
  3. zou erbij halen
  4. zouden erbij halen
  5. zouden erbij halen
  6. zouden erbij halen
en verder
  1. ben erbij gehaald
  2. bent erbij gehaald
  3. is erbij gehaald
  4. zijn erbij gehaald
  5. zijn erbij gehaald
  6. zijn erbij gehaald
diversen
  1. haal erbij!
  2. haalt erbij!
  3. erbij gehaald
  4. erbij halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erbij halen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
kalla över erbij halen; erbij roepen
ropa erbij halen; erbij roepen aanroepen; blaffen; brullen; bulderen; praaien; roepen; schreeuwen

External Machine Translations:

Related Translations for erbij halen