Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. groot worden:


Dutch

Detailed Translations for groot worden from Dutch to Swedish

groot worden:

groot worden verbe

  1. groot worden (opgroeien; groeien)
    odla; växa upp; växa; utvecklas
    • odla verbe (odlar, odlade, odlat)
    • växa upp verbe (växer upp, växte upp, växt upp)
    • växa verbe (växer, växte, växt)
    • utvecklas verbe (utvecklar, utvecklade, utvecklat)

Translation Matrix for groot worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
odla groeien; groot worden; opgroeien aankweken; aanplanten; aardappelen poten; beschaven; civiliseren; cultiveren; fokken; genereren; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opkweken; planten; poten; procreëren; telen; verbouwen; voor landbouw klaar maken; voortbrengen
utvecklas groeien; groot worden; opgroeien geschikt maken voor bebouwing; ontginnen; ontplooien; uiteenvouwen; vorderingen maken
växa groeien; groot worden; opgroeien vegeteren; volgroeien; volwassen worden
växa upp groeien; groot worden; opgroeien uitgroeien

Related Translations for groot worden