Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. herdrukken:
  2. herdruk:


Dutch

Detailed Translations for herdrukken from Dutch to Swedish

herdrukken:

herdrukken verbe (herdruk, herdrukt, herdrukte, herdrukten, herdrukt)

  1. herdrukken
    omtrycka; trycka ny upplaga
    • omtrycka verbe (omtrycker, omtryckte, omtryckt)
    • trycka ny upplaga verbe (trycker ny upplaga, tryckte ny upplaga, tryckt ny upplaga)

Conjugations for herdrukken:

o.t.t.
  1. herdruk
  2. herdrukt
  3. herdrukt
  4. herdrukken
  5. herdrukken
  6. herdrukken
o.v.t.
  1. herdrukte
  2. herdrukte
  3. herdrukte
  4. herdrukten
  5. herdrukten
  6. herdrukten
v.t.t.
  1. heb herdrukt
  2. hebt herdrukt
  3. heeft herdrukt
  4. hebben herdrukt
  5. hebben herdrukt
  6. hebben herdrukt
v.v.t.
  1. had herdrukt
  2. had herdrukt
  3. had herdrukt
  4. hadden herdrukt
  5. hadden herdrukt
  6. hadden herdrukt
o.t.t.t.
  1. zal herdrukken
  2. zult herdrukken
  3. zal herdrukken
  4. zullen herdrukken
  5. zullen herdrukken
  6. zullen herdrukken
o.v.t.t.
  1. zou herdrukken
  2. zou herdrukken
  3. zou herdrukken
  4. zouden herdrukken
  5. zouden herdrukken
  6. zouden herdrukken
en verder
  1. is herdrukt
  2. zijn herdrukt
diversen
  1. herdruk!
  2. herdrukt!
  3. herdrukt
  4. herdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

herdrukken [het ~] nom

  1. het herdrukken (overdrukken)
    nyutgåva

Translation Matrix for herdrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
nyutgåva herdrukken; overdrukken nieuwe publicatie
VerbRelated TranslationsOther Translations
omtrycka herdrukken
trycka ny upplaga herdrukken

Related Words for "herdrukken":


herdruk:

herdruk [de ~ (m)] nom

  1. de herdruk (bewerking)

Translation Matrix for herdruk:

NounRelated TranslationsOther Translations
nytryck bewerking; herdruk
nyupplaga bewerking; herdruk

Related Words for "herdruk":