Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. inramen:


Dutch

Detailed Translations for inramen from Dutch to Swedish

inramen:

inramen verbe (raam in, raamt in, raamde in, raamden in, ingeraamd)

  1. inramen
    inrama
    • inrama verbe (inramar, inramade, inramat)

Conjugations for inramen:

o.t.t.
  1. raam in
  2. raamt in
  3. raamt in
  4. ramen in
  5. ramen in
  6. ramen in
o.v.t.
  1. raamde in
  2. raamde in
  3. raamde in
  4. raamden in
  5. raamden in
  6. raamden in
v.t.t.
  1. heb ingeraamd
  2. hebt ingeraamd
  3. heeft ingeraamd
  4. hebben ingeraamd
  5. hebben ingeraamd
  6. hebben ingeraamd
v.v.t.
  1. had ingeraamd
  2. had ingeraamd
  3. had ingeraamd
  4. hadden ingeraamd
  5. hadden ingeraamd
  6. hadden ingeraamd
o.t.t.t.
  1. zal inramen
  2. zult inramen
  3. zal inramen
  4. zullen inramen
  5. zullen inramen
  6. zullen inramen
o.v.t.t.
  1. zou inramen
  2. zou inramen
  3. zou inramen
  4. zouden inramen
  5. zouden inramen
  6. zouden inramen
en verder
  1. is inramen
diversen
  1. raam in!
  2. raamt in!
  3. ingeraamd
  4. inramend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inramen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
inrama inramen inlijsten; omkaderen; omlijsten