Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. koers:
  2. koersen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for koers from Dutch to Swedish

koers:

koers [de ~ (m)] nom

  1. de koers (wisselkoers; valuta; herleidingskoers)
  2. de koers (richting)
    kurs; riktning
  3. de koers (vaarroute)
  4. de koers (zeeroute; zeeweg; scheepvaartroute)
    sjöväg

Translation Matrix for koers:

NounRelated TranslationsOther Translations
kurs koers; richting; route besturing; cursus; gedrag; houding; koersnotering; kursus; leergang; leiding; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; plan; rijrichting; studie
navigationsrutt koers; vaarroute
riktning koers; richting; route directie
sjöväg koers; scheepvaartroute; zeeroute; zeeweg
valutakors herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers
växelkurs herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers; geldkoers; wisselkoers; wisseltarief
- richting

Related Words for "koers":


Synonyms for "koers":


Related Definitions for "koers":

  1. waarde van het geld1
    • wat is de koers van de gulden?1
  2. de kant waar het heen gaat1
    • wat is de koers van dit schip?1

Wiktionary Translations for koers:


Cross Translation:
FromToVia
koers kurs Kurs — eine eingeschlagene, vorgeschriebene und oder aufgezeichnete Richtung einer Person, eines Fahrzeuges, eines Flugzeugs oder eines Schiffes,
koers kurs KursFinanzwesen: Wertverhältnis von Währungen
koers kurs KursFinanzwesen: Wert eines Zahlungsmittels in einer Transaktion
koers kurs KursFinanzwesen: Handelspreis eines Wertpapieres
koers vektor vector — chosen course or direction for motion

koersen:

koersen [de ~] nom, pluriel

  1. de koersen (zeeroutes; zeewegen)
  2. de koersen (aandelenkoersen)

Translation Matrix for koersen:

NounRelated TranslationsOther Translations
kursnotering aandelenkoersen; koersen
sjövägar koersen; zeeroutes; zeewegen

Related Words for "koersen":


Related Translations for koers