Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. moeilijker maken:


Dutch

Detailed Translations for moeilijker maken from Dutch to Swedish

moeilijker maken:

moeilijker maken verbe (maak moeilijker, maakt moeilijker, maakte moeilijker, maakten moeilijker, moeilijker gemaakt)

  1. moeilijker maken (bemoeilijken; zwaarder maken)
    göra det svårt; krångla till det
    • göra det svårt verbe (gör det svårt, gjorde det svårt, gjort det svårt)
    • krångla till det verbe (krånglar till det, krånglade till det, krånglat till det)

Conjugations for moeilijker maken:

o.t.t.
  1. maak moeilijker
  2. maakt moeilijker
  3. maakt moeilijker
  4. maken moeilijker
  5. maken moeilijker
  6. maken moeilijker
o.v.t.
  1. maakte moeilijker
  2. maakte moeilijker
  3. maakte moeilijker
  4. maakten moeilijker
  5. maakten moeilijker
  6. maakten moeilijker
v.t.t.
  1. heb moeilijker gemaakt
  2. hebt moeilijker gemaakt
  3. heeft moeilijker gemaakt
  4. hebben moeilijker gemaakt
  5. hebben moeilijker gemaakt
  6. hebben moeilijker gemaakt
v.v.t.
  1. had moeilijker gemaakt
  2. had moeilijker gemaakt
  3. had moeilijker gemaakt
  4. hadden moeilijker gemaakt
  5. hadden moeilijker gemaakt
  6. hadden moeilijker gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal moeilijker maken
  2. zult moeilijker maken
  3. zal moeilijker maken
  4. zullen moeilijker maken
  5. zullen moeilijker maken
  6. zullen moeilijker maken
o.v.t.t.
  1. zou moeilijker maken
  2. zou moeilijker maken
  3. zou moeilijker maken
  4. zouden moeilijker maken
  5. zouden moeilijker maken
  6. zouden moeilijker maken
diversen
  1. maak moeilijker!
  2. maakt moeilijker!
  3. moeilijker gemaakt
  4. moeilijker makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moeilijker maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
göra det svårt bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken
krångla till det bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken

Related Translations for moeilijker maken