Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. molesteren:


Dutch

Detailed Translations for molesteren from Dutch to Swedish

molesteren:

molesteren verbe (molesteer, molesteert, molesteerde, molesteerden, gemolesteerd)

  1. molesteren
    besvära; antasta; ofreda
    • besvära verbe (besvärar, besvärade, besvärat)
    • antasta verbe (antastar, antastade, antastat)
    • ofreda verbe (ofredar, ofredade, ofredat)
  2. molesteren (mishandelen; pijnigen)
    misshandla; antasta; ofreda
    • misshandla verbe (misshandlar, misshandlade, misshandlat)
    • antasta verbe (antastar, antastade, antastat)
    • ofreda verbe (ofredar, ofredade, ofredat)

Conjugations for molesteren:

o.t.t.
  1. molesteer
  2. molesteert
  3. molesteert
  4. molesteren
  5. molesteren
  6. molesteren
o.v.t.
  1. molesteerde
  2. molesteerde
  3. molesteerde
  4. molesteerden
  5. molesteerden
  6. molesteerden
v.t.t.
  1. heb gemolesteerd
  2. hebt gemolesteerd
  3. heeft gemolesteerd
  4. hebben gemolesteerd
  5. hebben gemolesteerd
  6. hebben gemolesteerd
v.v.t.
  1. had gemolesteerd
  2. had gemolesteerd
  3. had gemolesteerd
  4. hadden gemolesteerd
  5. hadden gemolesteerd
  6. hadden gemolesteerd
o.t.t.t.
  1. zal molesteren
  2. zult molesteren
  3. zal molesteren
  4. zullen molesteren
  5. zullen molesteren
  6. zullen molesteren
o.v.t.t.
  1. zou molesteren
  2. zou molesteren
  3. zou molesteren
  4. zouden molesteren
  5. zouden molesteren
  6. zouden molesteren
en verder
  1. ben gemolesteerd
  2. bent gemolesteerd
  3. is gemolesteerd
  4. zijn gemolesteerd
  5. zijn gemolesteerd
  6. zijn gemolesteerd
diversen
  1. molesteer!
  2. molesteert!
  3. gemolesteerd
  4. molesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for molesteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
antasta mishandelen; molesteren; pijnigen
besvära molesteren koeioneren; kwellen; narren; ontrieven; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; verlegen maken
misshandla mishandelen; molesteren; pijnigen misbruiken
ofreda mishandelen; molesteren; pijnigen