Dutch

Detailed Translations for namaak from Dutch to Swedish

namaak:

namaak [de ~ (m)] nom

  1. de namaak (imitatie; nep; nabootsing)
  2. de namaak

namaak adj

  1. namaak (navolging)

Translation Matrix for namaak:

NounRelated TranslationsOther Translations
efterapning imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; vervalsing
härmning imitatie; nabootsing; namaak; nep
imitation imitatie; nabootsing; namaak; nep uitbeelding; verpersonificatie; vertolking
OtherRelated TranslationsOther Translations
efterbildning namaak
ModifierRelated TranslationsOther Translations
imitation namaak; navolging

Related Words for "namaak":


Wiktionary Translations for namaak:


Cross Translation:
FromToVia
namaak kopia copy — imitation of inferior quality
namaak förfalskad counterfeit — intended to deceive or carry appearance of being genuine

namaak form of namaken:

namaken verbe (maak na, maakt na, maakte na, maakten na, nagemaakt)

  1. namaken (vervalsen; falsificeren; kopiëren; nabootsen)
    förfalska; imitera; falsifiera
    • förfalska verbe (förfalskar, förfalskade, förfalskat)
    • imitera verbe (imiterar, imiterade, imiterat)
    • falsifiera verbe (falsifierar, falsifierade, falsifierat)
  2. namaken (nabootsen; kopiëren)
    efterhärma; kopiera; imitera; ta efter; efterapa
    • efterhärma verbe (efterhärmar, efterhärmade, efterhärmat)
    • kopiera verbe (kopierar, kopierade, kopierat)
    • imitera verbe (imiterar, imiterade, imiterat)
    • ta efter verbe (tar efter, tog efter, tagit efter)
    • efterapa verbe (efterapar, efterapade, efterapat)

Conjugations for namaken:

o.t.t.
  1. maak na
  2. maakt na
  3. maakt na
  4. maken na
  5. maken na
  6. maken na
o.v.t.
  1. maakte na
  2. maakte na
  3. maakte na
  4. maakten na
  5. maakten na
  6. maakten na
v.t.t.
  1. heb nagemaakt
  2. hebt nagemaakt
  3. heeft nagemaakt
  4. hebben nagemaakt
  5. hebben nagemaakt
  6. hebben nagemaakt
v.v.t.
  1. had nagemaakt
  2. had nagemaakt
  3. had nagemaakt
  4. hadden nagemaakt
  5. hadden nagemaakt
  6. hadden nagemaakt
o.t.t.t.
  1. zal namaken
  2. zult namaken
  3. zal namaken
  4. zullen namaken
  5. zullen namaken
  6. zullen namaken
o.v.t.t.
  1. zou namaken
  2. zou namaken
  3. zou namaken
  4. zouden namaken
  5. zouden namaken
  6. zouden namaken
en verder
  1. is nagemaakt
  2. zijn nagemaakt
diversen
  1. maak na!
  2. maakt na!
  3. nagemaakt
  4. namakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for namaken:

NounRelated TranslationsOther Translations
kopiera kopiëren
VerbRelated TranslationsOther Translations
efterapa kopiëren; nabootsen; namaken naäpen
efterhärma kopiëren; nabootsen; namaken
falsifiera falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
förfalska falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
imitera falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen; naäpen; opvolgen; volgen
kopiera kopiëren; nabootsen; namaken imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; nadoen; navolgen; overschrijven; stencilen
ta efter kopiëren; nabootsen; namaken

Related Words for "namaken":


Related Definitions for "namaken":

  1. zo maken dat het op het voorbeeld lijkt1
    • zij heeft de handtekening nagemaakt1

Wiktionary Translations for namaken:


Cross Translation:
FromToVia
namaken förfalska counterfeit — To produce something that appears to be official or valid
namaken efterbilda; kopiera; imitera copier — Traductions à trier suivant le sens