Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. omlaag gaan:


Dutch

Detailed Translations for omlaag gaan from Dutch to Swedish

omlaag gaan:

omlaag gaan verbe (ga omlaag, gaat omlaag, ging omlaag, gingen omlaag, omlaag gegaan)

  1. omlaag gaan
    gå under; gå ner sig
    • gå under verbe (går under, gick under, gått under)
    • gå ner sig verbe (går ner sig, gick ner sig, gått ner sig)

Conjugations for omlaag gaan:

o.t.t.
  1. ga omlaag
  2. gaat omlaag
  3. gaat omlaag
  4. gaan omlaag
  5. gaan omlaag
  6. gaan omlaag
o.v.t.
  1. ging omlaag
  2. ging omlaag
  3. ging omlaag
  4. gingen omlaag
  5. gingen omlaag
  6. gingen omlaag
v.t.t.
  1. ben omlaag gegaan
  2. bent omlaag gegaan
  3. is omlaag gegaan
  4. zijn omlaag gegaan
  5. zijn omlaag gegaan
  6. zijn omlaag gegaan
v.v.t.
  1. was omlaag gegaan
  2. was omlaag gegaan
  3. was omlaag gegaan
  4. waren omlaag gegaan
  5. waren omlaag gegaan
  6. waren omlaag gegaan
o.t.t.t.
  1. zal omlaag gaan
  2. zult omlaag gaan
  3. zal omlaag gaan
  4. zullen omlaag gaan
  5. zullen omlaag gaan
  6. zullen omlaag gaan
o.v.t.t.
  1. zou omlaag gaan
  2. zou omlaag gaan
  3. zou omlaag gaan
  4. zouden omlaag gaan
  5. zouden omlaag gaan
  6. zouden omlaag gaan
diversen
  1. ga omlaag!
  2. gaat omlaag!
  3. omlaag gegaan
  4. omlaaggaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omlaag gaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
gå under wegzakken
VerbRelated TranslationsOther Translations
gå ner sig omlaag gaan
gå under omlaag gaan afglijden; aftakelen; afzakken; inzinken; onder water gaan; ondergaan; vervallen; wegglijden; wegzinken; zinken

Related Translations for omlaag gaan