Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. onmogelijk maken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onmogelijk maken from Dutch to Swedish

onmogelijk maken:

onmogelijk maken verbe

  1. onmogelijk maken (hinderen; storen)
    hämma; hejda; hindra
    • hämma verbe (hämmar, hämmade, hämmat)
    • hejda verbe (hejdar, hejdade, hejdjat)
    • hindra verbe (hindrar, hindrade, hindrat)
  2. onmogelijk maken (storen; hinderen)
    omöjliggöra; förhindra; hindra; blockera
    • omöjliggöra verbe (omöjliggör, omöjliggjorde, omöjligjort)
    • förhindra verbe (förhindrar, förhindrade, förhindrat)
    • hindra verbe (hindrar, hindrade, hindrat)
    • blockera verbe (blockerar, blockerade, blockerat)
  3. onmogelijk maken (verhinderen)
    hindra; förhindra; hämma; göra omöjlig
    • hindra verbe (hindrar, hindrade, hindrat)
    • förhindra verbe (förhindrar, förhindrade, förhindrat)
    • hämma verbe (hämmar, hämmade, hämmat)
    • göra omöjlig verbe (gör omöjlig, gjorde omöjlig, gjort omöjlig)

Translation Matrix for onmogelijk maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
förhindra belemmeren; beperken; preventie
VerbRelated TranslationsOther Translations
blockera hinderen; onmogelijk maken; storen afbreken; blokkeren; doen ophouden; onderbreken; stremmen
förhindra hinderen; onmogelijk maken; storen; verhinderen afhouden; belemmeren; beletten; verhinderen; voorkomen; voorkómen; weren
göra omöjlig onmogelijk maken; verhinderen
hejda hinderen; onmogelijk maken; storen belemmeren; beletten; halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen; verhinderen
hindra hinderen; onmogelijk maken; storen; verhinderen achterhouden; afbreken; afhouden; belemmeren; beletten; beteugelen; doen mislukken; doen ophouden; doen stoppen; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; ervanaf houden; geen afstand doen van; houden; inhouden; onderbreken; tegenwerken; verhinderen; verijdelen; voorkomen; voorkómen; weerhouden
hämma hinderen; onmogelijk maken; storen; verhinderen belemmeren; beletten; halt houden; lenen; ontlenen; ophouden; rekken; remmen; stelpen; stillen; stopzetten; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; verhinderen; vertragen
omöjliggöra hinderen; onmogelijk maken; storen

Wiktionary Translations for onmogelijk maken:


Cross Translation:
FromToVia
onmogelijk maken sätta ur stånd disable — to render unable; to take away the ability

External Machine Translations:

Related Translations for onmogelijk maken