Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate projecteren

Translate projecteren from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. projecteren:

Dutch

Detailed Translations for projecteren from Dutch to Swedish

projecteren:

projecteren verbe (projecteer, projecteert, projecteerde, projecteerden, geprojecteerd)

  1. projecteren
    projektera
    • projektera verbe (projekterar, projekterade, projekterat)

Conjugations for projecteren:

o.t.t.
  1. projecteer
  2. projecteert
  3. projecteert
  4. projecteren
  5. projecteren
  6. projecteren
o.v.t.
  1. projecteerde
  2. projecteerde
  3. projecteerde
  4. projecteerden
  5. projecteerden
  6. projecteerden
v.t.t.
  1. heb geprojecteerd
  2. hebt geprojecteerd
  3. heeft geprojecteerd
  4. hebben geprojecteerd
  5. hebben geprojecteerd
  6. hebben geprojecteerd
v.v.t.
  1. had geprojecteerd
  2. had geprojecteerd
  3. had geprojecteerd
  4. hadden geprojecteerd
  5. hadden geprojecteerd
  6. hadden geprojecteerd
o.t.t.t.
  1. zal projecteren
  2. zult projecteren
  3. zal projecteren
  4. zullen projecteren
  5. zullen projecteren
  6. zullen projecteren
o.v.t.t.
  1. zou projecteren
  2. zou projecteren
  3. zou projecteren
  4. zouden projecteren
  5. zouden projecteren
  6. zouden projecteren
en verder
  1. ben geprojecteerd
  2. bent geprojecteerd
  3. is geprojecteerd
  4. zijn geprojecteerd
  5. zijn geprojecteerd
  6. zijn geprojecteerd
diversen
  1. projecteer!
  2. projecteert!
  5. geprojecteerd
  6. projecterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

projecteren [znw.] nom

  1. projecteren
    projektion

Translation Matrix for projecteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
projektion projecteren projectie
VerbRelated TranslationsOther Translations
projektera projecteren







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0252 seconds
Page rendered in 1.0 seconds