Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. romantiseren:


Dutch

Detailed Translations for romantiseren from Dutch to Swedish

romantiseren:

romantiseren verbe (romantiseer, romantiseert, romantiseerde, romantiseerden, geromantiseerd)

  1. romantiseren (met een roze bril bezien; verheerlijken)
    se igenom rosa glasögon

Conjugations for romantiseren:

o.t.t.
  1. romantiseer
  2. romantiseert
  3. romantiseert
  4. romantiseren
  5. romantiseren
  6. romantiseren
o.v.t.
  1. romantiseerde
  2. romantiseerde
  3. romantiseerde
  4. romantiseerden
  5. romantiseerden
  6. romantiseerden
v.t.t.
  1. heb geromantiseerd
  2. hebt geromantiseerd
  3. heeft geromantiseerd
  4. hebben geromantiseerd
  5. hebben geromantiseerd
  6. hebben geromantiseerd
v.v.t.
  1. had geromantiseerd
  2. had geromantiseerd
  3. had geromantiseerd
  4. hadden geromantiseerd
  5. hadden geromantiseerd
  6. hadden geromantiseerd
o.t.t.t.
  1. zal romantiseren
  2. zult romantiseren
  3. zal romantiseren
  4. zullen romantiseren
  5. zullen romantiseren
  6. zullen romantiseren
o.v.t.t.
  1. zou romantiseren
  2. zou romantiseren
  3. zou romantiseren
  4. zouden romantiseren
  5. zouden romantiseren
  6. zouden romantiseren
en verder
  1. ben geromantiseerd
  2. bent geromantiseerd
  3. is geromantiseerd
  4. zijn geromantiseerd
  5. zijn geromantiseerd
  6. zijn geromantiseerd
diversen
  1. romantiseer!
  2. romantiseert!
  3. geromantiseerd
  4. romantiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for romantiseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
se igenom rosa glasögon met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken