Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. tinteling:


Dutch

Detailed Translations for tinteling from Dutch to Swedish

tinteling:

tinteling [de ~ (v)] nom

  1. de tinteling (getintel)
    blinka; tindra

Translation Matrix for tinteling:

NounRelated TranslationsOther Translations
blinka getintel; tinteling knipoogje
tindra getintel; tinteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
blinka excelleren; flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
tindra flikkeren; fonkelen; glanzen; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen

Related Words for "tinteling":

  • tintelingen