Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verdwalen:


Dutch

Detailed Translations for verdwalen from Dutch to Swedish

verdwalen:

verdwalen verbe (verdwaal, verdwaalt, verdwaalde, verdwaalden, verdwaald)

  1. verdwalen (verkeerd gaan; verkeerd lopen; de weg kwijtraken)
    gå vilse
    • gå vilse verbe (går vilse, gick vilse, gått vilse)

Conjugations for verdwalen:

o.t.t.
  1. verdwaal
  2. verdwaalt
  3. verdwaalt
  4. verdwalen
  5. verdwalen
  6. verdwalen
o.v.t.
  1. verdwaalde
  2. verdwaalde
  3. verdwaalde
  4. verdwaalden
  5. verdwaalden
  6. verdwaalden
v.t.t.
  1. ben verdwaald
  2. bent verdwaald
  3. is verdwaald
  4. zijn verdwaald
  5. zijn verdwaald
  6. zijn verdwaald
v.v.t.
  1. was verdwaald
  2. was verdwaald
  3. was verdwaald
  4. waren verdwaald
  5. waren verdwaald
  6. waren verdwaald
o.t.t.t.
  1. zal verdwalen
  2. zult verdwalen
  3. zal verdwalen
  4. zullen verdwalen
  5. zullen verdwalen
  6. zullen verdwalen
o.v.t.t.
  1. zou verdwalen
  2. zou verdwalen
  3. zou verdwalen
  4. zouden verdwalen
  5. zouden verdwalen
  6. zouden verdwalen
diversen
  1. verdwaal!
  2. verdwaalt!
  3. verdwaald
  4. verdwalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdwalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gå vilse de weg kwijtraken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen erbij inschieten; kwijtraken; teloorgaan; verdwaald zijn; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoekraken