Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verkwijnen:


Dutch

Detailed Translations for verkwijnen from Dutch to Swedish

verkwijnen:

verkwijnen verbe (verkwijn, verkwijnt, verkwijnde, verkwijnden, verkwijnd)

  1. verkwijnen (wegkwijnen; kwijnen)
    längta; tråna
    • längta verbe (längtar, längtade, längtat)
    • tråna verbe (trånar, trånade, trånat)

Conjugations for verkwijnen:

o.t.t.
  1. verkwijn
  2. verkwijnt
  3. verkwijnt
  4. verkwijnen
  5. verkwijnen
  6. verkwijnen
o.v.t.
  1. verkwijnde
  2. verkwijnde
  3. verkwijnde
  4. verkwijnden
  5. verkwijnden
  6. verkwijnden
v.t.t.
  1. ben verkwijnd
  2. bent verkwijnd
  3. is verkwijnd
  4. zijn verkwijnd
  5. zijn verkwijnd
  6. zijn verkwijnd
v.v.t.
  1. was verkwijnd
  2. was verkwijnd
  3. was verkwijnd
  4. waren verkwijnd
  5. waren verkwijnd
  6. waren verkwijnd
o.t.t.t.
  1. zal verkwijnen
  2. zult verkwijnen
  3. zal verkwijnen
  4. zullen verkwijnen
  5. zullen verkwijnen
  6. zullen verkwijnen
o.v.t.t.
  1. zou verkwijnen
  2. zou verkwijnen
  3. zou verkwijnen
  4. zouden verkwijnen
  5. zouden verkwijnen
  6. zouden verkwijnen
diversen
  1. verkwijn!
  2. verkwijnt!
  3. verkwijnd
  4. verkwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkwijnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
längta kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen ambiëren
tråna kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen hopen; kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen