Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. einblenden:


German

Detailed Translations for einblenden from German to Dutch

einblenden:

einblenden verbe

  1. einblenden (einfügen; einstechen; hineinstecken; fugen; einschalten)
    invoegen; inbrengen
    • invoegen verbe (voeg in, voegt in, voegde in, voegden in, ingevoegd)
    • inbrengen verbe (breng in, brengt in, bracht in, brachten in, ingebracht)
  2. einblenden
    beschikbaar maken
    • beschikbaar maken verbe (maak beschikbaar, maakt beschikbaar, maakte beschikbaar, maakten beschikbaar, beschikbaar gemaakt)

Translation Matrix for einblenden:

NounRelated TranslationsOther Translations
inbrengen Einbringen; Hineinbringen
VerbRelated TranslationsOther Translations
beschikbaar maken einblenden freigeben; verfügbar machen; zur Verfügung stellen
inbrengen einblenden; einfügen; einschalten; einstechen; fugen; hineinstecken Geld einbringen; beitragen; einbringen; einfuhren; einfädeln; einführen; entgegenhalten; entgegnen; hineintun; introduzieren; vorbringen
invoegen einblenden; einfügen; einschalten; einstechen; fugen; hineinstecken Einfügemodus; Einfügen; auf eine neue Fahrbar wechseln; einfuhren; einfügen; einlegen; einordnen; einschalten; einschieben; einschließen; einsetzen; fügen; schalten

Synonyms for "einblenden":