Dutch

Detailed Translations for iemand motiveren from Dutch to German

iemand motiveren:

iemand motiveren verbe

  1. iemand motiveren (stimuleren; aanmoedigen; prikkelen)
    motivieren; anfeuern; ermutigen; stimulieren; ermuntern; anspornen; animieren; jemand motivieren
    • motivieren verbe (motiviere, motivierst, motiviert, motivierte, motiviertet, motiviert)
    • anfeuern verbe (feuere an, feuerst an, feuert an, feuerte an, feuertet an, angefeuert)
    • ermutigen verbe (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • stimulieren verbe (stimuliere, stimulierst, stimuliert, stimulierte, stimuliertet, stimuliert)
    • ermuntern verbe (ermuntere, ermunterst, ermuntert, ermunterte, ermuntertet, ermuntert)
    • anspornen verbe (sporne an, spornst an, spornt an, spornte an, sporntet an, angespornt)
    • animieren verbe (animiere, animierst, animiert, animierte, animiertet, animiert)

Translation Matrix for iemand motiveren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anfeuern aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; bezielen; motiveren; oppoken; opstoken; poken; stoken; toejuichen
animieren aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aanjagen; aansporen; opjutten; porren
anspornen aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; bezielen; jachten; motiveren; opdrijven; ophitsen; opjagen; opjutten; opwekken; opwinden; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen; voortjagen
ermuntern aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aandrijven; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; bemoedigen; bijkomen; blij maken; fleurig maken; motiveren; op adem komen; opfleuren; ophitsen; opjutten; opkrikken; opmonteren; opwekken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; uitdagen; uitlokken; verkwikken; vooruitschoppen; vrolijker worden
ermutigen aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; animeren; bemoedigen; motiveren; opbeuren; opjutten; opkrikken; opwekken; porren; prikkelen; stimuleren; toemoedigen
jemand motivieren aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren
motivieren aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aanjagen; aansporen; motiveren; opjutten; porren
stimulieren aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren aandrijven; aanjagen; aanleiding geven tot; aansporen; aanzetten; animeren; ophitsen; opjutten; opkrikken; opwekken; opwinden; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; uitdagen; uitlokken; vooruitschoppen

Related Translations for iemand motiveren