Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ontmoet:
  2. ontmoeten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontmoet from Dutch to German

ontmoet:

ontmoet adj

  1. ontmoet (tegemoetgekomen)

Translation Matrix for ontmoet:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entgegenkommen concessies doen; dulden; duren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; naderen; permitteren; tegemoetkomen; toelaten; toenaderen; toestaan; toestemmen; vergunnen; welwillendheid tonen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
entgegenkommen ontmoet; tegemoetgekomen dienstwillig; gedienstig; voorkomend

Related Words for "ontmoet":

  • ontmoete

ontmoeten:

ontmoeten verbe (ontmoet, ontmoette, ontmoetten, ontmoet)

  1. ontmoeten (treffen; tegenkomen)
    begegnen; entgegen
    • begegnen verbe (begegne, begegnest, begegnet, begegnete, begegnetet, begegnet)
    • entgegen verbe
  2. ontmoeten (kennis maken met)
    begegnen; Bekanntschaft machen mit

Conjugations for ontmoeten:

o.t.t.
  1. ontmoet
  2. ontmoet
  3. ontmoet
  4. ontmoeten
  5. ontmoeten
  6. ontmoeten
o.v.t.
  1. ontmoette
  2. ontmoette
  3. ontmoette
  4. ontmoetten
  5. ontmoetten
  6. ontmoetten
v.t.t.
  1. heb ontmoet
  2. hebt ontmoet
  3. heeft ontmoet
  4. hebben ontmoet
  5. hebben ontmoet
  6. hebben ontmoet
v.v.t.
  1. had ontmoet
  2. had ontmoet
  3. had ontmoet
  4. hadden ontmoet
  5. hadden ontmoet
  6. hadden ontmoet
o.t.t.t.
  1. zal ontmoeten
  2. zult ontmoeten
  3. zal ontmoeten
  4. zullen ontmoeten
  5. zullen ontmoeten
  6. zullen ontmoeten
o.v.t.t.
  1. zou ontmoeten
  2. zou ontmoeten
  3. zou ontmoeten
  4. zouden ontmoeten
  5. zouden ontmoeten
  6. zouden ontmoeten
diversen
  1. ontmoet!
  2. ontmoett!
  3. ontmoet
  4. ontmoetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontmoeten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Bekanntschaft machen mit kennis maken met; ontmoeten
begegnen kennis maken met; ontmoeten; tegenkomen; treffen aantreffen; bejegenen; bijeen komen; concessies doen; naderen; samenkomen; tegemoetkomen; tegen het lijf lopen; tegenkomen; toenaderen; vinden; welwillendheid tonen
entgegen ontmoeten; tegenkomen; treffen
- treffen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
entgegen contra; tegemoet; tegen; versus

Synonyms for "ontmoeten":


Antonyms for "ontmoeten":


Related Definitions for "ontmoeten":

  1. iemand op de afgesproken plaats treffen1
    • wij ontmoeten elkaar elke week bij het tennissen1
  2. iemand toevallig tegenkomen1
    • Thea ontmoette Theo op het station1

Wiktionary Translations for ontmoeten:

ontmoeten
verb
  1. met iemand kennismaken en een gesprek voeren

Cross Translation:
FromToVia
ontmoeten treffen; begegnen meet — encounter by accident
ontmoeten antreffen; begegnen rencontrertrouver en chemin une personne ou une chose.