Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verkroppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkroppen from Dutch to German

verkroppen:

verkroppen verbe (verkrop, verkropt, verkropte, verkropten, verkropt)

  1. verkroppen (verbijten)
    verbeißen; verschlucken; verwinden
    • verbeißen verbe (verbeiße, verbeißest, verbeißt, verbiß, verbißt, verbissen)
    • verschlucken verbe (verschlucke, verschluckst, verschluckt, verschluckte, verschlucktet, verschluckt)
    • verwinden verbe (verwinde, verwindest, verwindet, verwindete, verwindetet, verwindet)

Conjugations for verkroppen:

o.t.t.
  1. verkrop
  2. verkropt
  3. verkropt
  4. verkroppen
  5. verkroppen
  6. verkroppen
o.v.t.
  1. verkropte
  2. verkropte
  3. verkropte
  4. verkropten
  5. verkropten
  6. verkropten
v.t.t.
  1. heb verkropt
  2. hebt verkropt
  3. heeft verkropt
  4. hebben verkropt
  5. hebben verkropt
  6. hebben verkropt
v.v.t.
  1. had verkropt
  2. had verkropt
  3. had verkropt
  4. hadden verkropt
  5. hadden verkropt
  6. hadden verkropt
o.t.t.t.
  1. zal verkroppen
  2. zult verkroppen
  3. zal verkroppen
  4. zullen verkroppen
  5. zullen verkroppen
  6. zullen verkroppen
o.v.t.t.
  1. zou verkroppen
  2. zou verkroppen
  3. zou verkroppen
  4. zouden verkroppen
  5. zouden verkroppen
  6. zouden verkroppen
diversen
  1. verkrop!
  2. verkropt!
  3. verkropt
  4. verkroppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkroppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
verbeißen verbijten; verkroppen ophopen; opkroppen; opstapelen
verschlucken verbijten; verkroppen binnenkrijgen; opslokken; zwelgen
verwinden verbijten; verkroppen

Related Definitions for "verkroppen":

  1. aanvaarden1
    • ik kan niet verkroppen dat ze vertrokken is1

Wiktionary Translations for verkroppen:


Cross Translation:
FromToVia
verkroppen ersticken; erdrosseln; erwürgen suffoquerétouffer, faire perdre la respiration ou rendre la respiration difficile; il se dit ordinairement du manque de respiration qui arriver par quelque cause intérieure ou par l’effet de quelque vapeur nuisible.
verkroppen erdrosseln; ersticken; erwürgen étouffer — Faire mourir en arrêter la respiration.