Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aleer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aleer from Dutch to English

aleer:

aleer adj

  1. aleer (voordat; voor; alvorens; eer; alvoor)

Translation Matrix for aleer:

AdverbRelated TranslationsOther Translations
before aleer; alvoor; alvorens; eer; voor; voordat daarvoor; eertijds; ervoor; ex; geweest; gewezen; in aanwezigheid van; overstaan; tevoren; toenmalig; van tevoren; vantevoren; voor; vooraf; vooraleer; voorheen; voormaals; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere

Wiktionary Translations for aleer:

aleer
conjunction
  1. (formeel, nld) voordat

External Machine Translations: