Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. borreluur:


Dutch

Detailed Translations for borreluur from Dutch to English

borreluur:

borreluur [het ~] nom

  1. het borreluur (borrelen; geborrel; een borrel nemen)
    the tippling; the cocktail time

Translation Matrix for borreluur:

NounRelated TranslationsOther Translations
cocktail time borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel
tippling borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel

Related Words for "borreluur":

  • borreluren, borreluurtje